1. Dit havenreglement geldt voor het gehele haventerrein bestaande uit de haven, de bijbehorende parkeer- en andere terreinen en de zich aldaar bevindende gebouwen.
  2. Een ieder die zich op het haventerrein bevindt, dient de aanwijzingen van de havenexploitant of havenmeester op te volgen.
  3. Men is gehouden op het haventerrein orde, rust en zindelijkheid te betrachten, de veiligheid in acht te nemen en te voorkomen dat men door zijn gedrag aanstoot geeft.

    Op het haventerrein is het niet toegestaan:
    1. hinderlijk lawaai te maken (bij dit verbod wordt niet gedoeld op het veroorzaken van geluid als gevolg van met toestemming van de havenexploitant of havenmeester gehouden bijeenkomsten)
    2. met afvalstoffen (daaronder begrepen afvalstoffen afkomstig van het boordtoilet en uitwerpselen van dieren), olie, lenswater en dergelijke het havencomplex te verontreinigen.
    3. honden los te laten lopen
    4. drinkwater te gebruiken voor het schoonmaken van vaartuigen en auto’s
    5. behoudens met toestemming van de havenexploitant of havenmeester motoren anders te laten draaien dan om het vaartuig te verplaatsen
    6. behoudens toestemming van de havenexploitant of havenmeester elders ligplaatsen in te nemen dan is overeengekomen dan wel is aangewezen
    7. met gehesen zeilen of met onveilige of voor anderen hinderlijke snelheid in de haven te varen
      het vaartuig niet behoorlijk af te meren of in onverzorgde staat te laten
    8. behoudens toestemming van de havenexploitant of havenmeester op het haventerrein open vuur (waaronder begrepen barbecuen) te gebruiken
    9. eigendommen buiten het vaartuig op het haventerrein onbeheerd te laten
    10. in de haven te zwemmen
    11. behoudens toestemming van de havenexploitant of havenmeester, in het zich op het haventerrein bevindende vaartuig te overnachten danwel dit vaartuig als woon- en/of verblijfplaats te kiezen
    12. Overtreding van een van de onder 1 tot en met 11 van dit artikel genoemde verboden, geeft de havenexploitant/havenmeester het recht de overtreder de toegang tot de haven, bijbehorende terreinen en de zich aldaar bevindende gebouwen te ontzeggen.
  4. Ter verwijdering van de stoffen genoemd in artikel 3.2 dient men overleg te plegen met de havenexploitant of havenmeester. Ingeval van verontreiniging als bedoeld in artikel 3.2 is de havenexploitant/havenmeester gerechtigd om op kosten van de veroorzaker de verontreinigingsstoffen te (doen) verwijderen.
  5. De havenexploitant is niet aansprakelijk voor schade van welke aard of door welke oorzaak ook, aan personen of goederen toegebracht, of voor verlies of diefstal van enig goed, tenzij een en ander het gevolg is van een aan hem en/of de zijnen toerekenbare tekortkoming.
  6. Indien de huurder van een ligplaats zijn vaartuig en toebehoren aan derden in gebruik wil geven, dient hij persoonlijk de havenexploitant of havenmeester vooraf daarvan schriftelijk of op een ander door de havenexploitant aanvaarde wijze in kennis te stellen.
  7. Tijdens de (overdekte) winterstallingsperiode is het niet toegestaan, behoudens uitdrukkelijke toestemming van de havenexploitant/havenmeester:
    1. licht ontvlambare stoffen zoals gas, benzine, petroleum en kerosine aan boord te hebben of te gebruiken
    2. de (scheeps-)verwarming te gebruiken
    3. accu’s aangekoppeld te laten
    4. werkzaamheden aan of in het vaartuig in stalling te verrichten
    5. steunen weg te nemen of te verplaatsen
  8. Het is de huurder verboden, zonder uitdrukkelijke toestemming van de havenexploitant, het in de haven afgemeerde vaartuig of de ligplaats tot voorwerp van commerciële activiteit te maken. Onder dit laatste wordt mede verstaan het op het haventerrein en/of op het vaartuig aanbrengen van daartoe strekkende borden, mededelingen, aanduidingen etc.
  9. De eigenaar of gebruiker is verplicht zijn vaartuig deugdelijk af te meren, zodanig dat het vrij ligt van andere jachten en steigers en binnen de palen. Wordt hieraan naar het inzicht van de havenmeester niet voldaan, dan heeft deze het recht hierin te voorzien op kosten van de betrokken eigenaar of gebruiker.
  10. De eigenaar of gebruiker is verplicht ervoor te zorgen, dat zijn vaartuig niet aan buitengewone lekkage onderhevig is. Indien dit wel het geval is kunnen aan het vaartuig op zijn kosten de noodzakelijk voorzieningen worden getroffen om zinken te voorkomen of een zodanige ligplaats worden gegeven, dat van het zinken geen hinder wordt ondervonden. De eigenaar of gebruiker van een gezonken vaartuig is verplicht het vaartuig op eerste aanzegging van de havenmeester te lichten. Wordt hieraan niet voldaan dan zal het vaartuig op zijn kosten voor de zorg van de verhuurder worden gelicht.
  11. De eigenaar of gebruiker, die met zijn vaartuig de haven als gast bezoekt, dient zich onmiddellijk bij aankomst en voor vertrek bij de havenmeester te melden. De vaste huurder, die met zijn vaartuig voor langer dan twee dagen zijn ligplaats in de haven verlaat dient de havenmeester hiervan in kennis te stellen onder opgave van de vermoedelijke datum van terugkomst. De havenexploitant/havenmeester is alsdan bevoegd deze vrijgekomen ligplaats aan passanten toe te wijzen, doch hij dient ervoor te zorgen dat deze ligplaats bij terugkeer van de eigenaar/gebruiker voor deze weer beschikbaar is, indien de eigenaar/gebruiker eerder terugkomt dan op de door hem opgegeven datum.
  12. De havenexploitant/havenmeester heeft het recht iemand te doen verwijderen, die in het gebied van de jachthaven onbevoegd aanwezig is, zich onwelvoeglijk gedraagt, zijn aanwijzingen weigert op te volgen, dan wel handelt in strijd met de bepalingen van dit reglement.
  13. De havenmeester is bevoegd om, indien dit naar zijn inzicht noodzakelijk is om gevaar, schade of hinder voor derden of de verhuurder te voorkomen of te beperken, dan wel ter voorkoming of beperking van schade aan het vaartuig, dit vaartuig te verhalen of te doen verhalen.
  14. Waar in dit reglement wordt gesproken van een havenmeester wordt tevens een eventuele plaatsvervanger bedoeld. In alle gevallen waarin dit noodzakelijk mocht blijken te zijn, is de bedrijfsleider of bij diens afwezigheid het eerst aanwezige bestuurslid gerechtigd de bevoegdheden van de havenmeester over te nemen.
  15. In alle gevallen, waarin bij dit reglement niet is voorzien of in geval een bepaling voor verschillende uitleg vatbaar is, beslist de directeur.